SV | Maar den HEERE, uw God, zult gij vrezen; en Hij zal u redden uit de hand van al uw vijanden. |
WLC | כִּ֛י אִֽם־אֶת־יְהוָ֥ה אֱלֹהֵיכֶ֖ם תִּירָ֑אוּ וְהוּא֙ יַצִּ֣יל אֶתְכֶ֔ם מִיַּ֖ד כָּל־אֹיְבֵיכֶֽם׃ |
Trans. | kî ’im-’eṯ-JHWH ’ĕlōhêḵem tîrā’û wəhû’ yaṣṣîl ’eṯəḵem mîyaḏ kāl-’ōyəḇêḵem: |
Maar den HEERE, uw God, zult gij vrezen; en Hij zal u redden uit de hand van al uw vijanden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Maar den HEERE, uw God, zult gij vrezen; en Hij zal u redden uit de hand van al uw vijanden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!